Kleuren bestaan uit warme en koude kleuren.
- kleurencirkel Johannes Itten
Warme kleuren zijn de kleuren die in het rode deel van de kleurencirkel liggen. Geel, rood, en oranje zijn warme kleuren. De koude of koele kleuren zijn groen, paars en blauw.
Primaire kleuren zijn: rood, geel en blauw met het schilderen zijn dit de zuivere kleuren die u zelf niet kunt mengen, deze komen rechtstreeks uit de tube. Evenals wit en zwart zijn dit de basiskleuren die u gebruikt als u gaat schilderen.
Mengt men bij een warme kleur geel wat van koud paars, dan wordt het geel koeler, deze kleur kunt u ook gebruiken om de schaduw kleur van geel aan te geven. Mengt men te veel, dan worden kleuren als snel vuil, z.g. grijs kleuren.
Om kleuren te omschrijven worden ze benoemd, als kleurtoon, verzadiging of grijswaarde.
De kleurtoon (hue) Een kleur wordt aangeduid met de term kleurtoon (kleursoort). Dit is de kleur die wij zien, de kleur van de kleur zelf; bijvoorbeeld geel.
De grijswaarde van een kleur (value) Dit is de toonwaarde van een kleur, die u kunt zien, als u uw ogen een beetje dichtknijpt, of als u van uw onderwerp een zwart/wit fotokopie zou maken. Dan vervagen de kleuren in zwart/wit en grijstonen, daarmee kunt u licht en donker goed onderscheiden of tewel de value van uw schilderij.
Verzadiging (Chroma of saturation) Dit duidt de zuiverheid en puurheid van een kleur. Een zuivere kleur heeft zijn volste, sterkste en meest expressieve kleurkarakter. Naarmate een kleur minder grijs bevat en naarmate de kleursterkte toeneemt, is de kleur het puurste, tenzij (vooral bij de kleur blauw) oververzadiging optreedt.
Kleuren met een lage verzadiging zijn fletser dan kleuren met een hoge verzadiging. Zwart-witfoto’s hebben een verzadiging van nul. De verzadiging is onafhankelijk van de tint en de intensiteit.
Diep groen is verzadigd, een groene weide is onverzadigd groen.
Kleurcontrast ontstaat als u blauw en oranje, rood en groen, en geel en paars naast elkaar gebruikt. Dit zijn de contrasterende kleuren op de kleurencirkel. Deze kleuren geven uw schilderij een bont en levendig aanzien, denk aan feestartikelen en vlaggetjes.
Licht donker contrast Dit contrast ziet u als u licht naast donker gebruikt. Bijvoorbeeld, zwart naast wit.
Koud/warmcontrast. Rood, oranje en geel zijn de warme kleuren; blauw-groen, blauw en paars zijn de koude kleuren.
Complementair contrast. Dit zijn alle combinaties van kleuren die in de cirkel precies tegenover elkaar liggen bijv. paars tegenover oranje.
N.B. Uitleg over de kleurencirkel van Johannes Itten.
Johannes Itten ontwikkelde dit kleurenwiel in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Het is samengesteld uit 12 pure kleuren.
In het midden van de cirkel vinden we eerst de drie primaire kleuren: geel, rood en blauw.
Daarnaast komen de secundaire kleuren, die ontstaan door 2 primaire kleuren te mengen. Geel en rood geven bijvoorbeeld oranje.
In de buitenste ring vinden we naast de primaire en secundaire kleuren ook de tertiaire kleuren. Die ontstaan door een primaire kleur te mengen met een secundaire kleur. Geel en oranje geven bijvoorbeeld geeloranje.